Er is een grote toeloop naar de psychiatrie op gang is gekomen. Twee factoren dragen daar aan bij: (1) de pretenties van behandelbaarheid en (2) de ontschuldigende uitwerking van een medisch-psychiatrische diagnose. Inmiddels zijn er flinke wachtlijsten ontstaan. Overal geldt, wie zorg het hardst nodig heeft helpen we eerst, behalve bij de ggz. Wonderlijk genoeg worden gemotiveerde mensen met enkelvoudige problemen eerder geholpen dan mensen met aanhoudende en meervoudige problemen waaronder psychiatrische. Deze laatste groep wordt al dan niet bewust in de steek gelaten of heeft de hoop opgegeven dat de psychiatrie nog iets voor hen kan doen. Is er een andere psychiatrie denkbaar die zich weet te verhouden tot beide groepen, maar met voorrang kiest voor de mensen die psychiatrie het hardste nodig hebben? Die andere psychiatrie, die we in dit congres en in het begeleidende leerboek aanduiden als ‘gezelschappelijke psychiatrie’, staat echter onder grote druk en dreigt steeds opnieuw van het toneel te verdwijnen.
In dit congres maken we kennis met deze vorm van psychiatrie waarin niet interventies centraal staan maar het tot stand brengen van een stevigheid biedende omgeving. De mensen die soms worden aangeduid als EPA-patiënten of als verwarde personen, zijn mensen die net als alle andere mensen van betekenis willen zijn voor anderen. Wie van betekenis is voor anderen is opgenomen in een weefsel van giften en wedergiften dat geborgenheid en stevigheid biedt. Een gezelschappelijke psychiatrie zet daarop in. In dit congres maken we kennis met deze manier van denken en doen en vooral, wat we ermee kunnen in onze instellingen, gemeenten en woonbuurten.
Hulpverleners in de ggz, verslavingszorg, reclassering, sociaal werk en aanpalende velden. Professionals die vanuit hun werk als beleidsmedewerker in gemeenten, politie, docent of woningbouwcorporaties te maken hebben met psychiatrieen mensen uit vrijwilli